Biologische, biodynamische en natuurlijke wijn: wat zijn de verschillen?
De wereld van de wijn ondergaat al enkele jaren grote veranderingen door de opkomst van milieuvriendelijke wijnbouwpraktijken. Op steeds meer flessen staat trots "biologisch", "biodynamisch" of "natuurlijke wijn". Maar deze termen worden vaak verward of zelfs verkeerd begrepen. Om de zaken te verduidelijken, legt La Sommelière de belangrijkste verschillen uit tussen deze drie benaderingen van wijnbouw.
1. Biologische wijn (of "vin bio")
Biologische wijn is afkomstig van wijnbouw zonder synthetische chemische producten (pesticiden, herbiciden, kunstmest). De druiven worden geteeld volgens specificaties die op Europees niveau zijn gereguleerd.
Wat betekent dit?
- Geen gebruik van chemicaliën in de wijngaarden.
- Het gebruik van koper en zwavel is in beperkte hoeveelheden toegestaan om ziektes te bestrijden.
- Tijdens het wijnbereidingsproces zijn bepaalde inputs toegestaan (zoals geselecteerde gisten en enzymen), maar alleen in beperkte hoeveelheden.
- Sulfietdoseringen zijn beperkt, maar niet verboden.
Voordelen :
- Respect voor het milieu en de biodiversiteit.
- Minder chemische residuen in de wijn.
- Gemakkelijk herkenbaar officieel label (AB of Eurofeuille-logo).
Nadelen:
- Niet alle biologische wijnen zijn noodzakelijk beter van kwaliteit of gemakkelijker te verteren.
- Het label garandeert praktijken, maar niet noodzakelijkerwijs smaak.
2. Biodynamische wijn
Biodynamiek gaat verder dan biologisch: het is een landbouwfilosofie gebaseerd op het werk van Rudolf Steiner. Het ziet de wijnstok als een levend organisme, beïnvloed door maanritmes en natuurlijke cycli. De wijnbouwer grijpt heel weinig in, maar altijd op een weloverwogen en rituele manier.
Wat dit betekent:
- Respect voor biologische principes + specifieke preparaten op basis van planten, kiezelzuur en koemest.
- De wijnstokken bewerken en wijn maken volgens de maancycli.
- Vinificatie vaak met zeer weinig tussenkomst.
Voordelen :
- Wijnen die zeer expressief zijn voor het terroir.
- Levende bodems en natuurlijke vruchtbaarheid.
- Vaak weinig of geen sulfieten.
Nadelen:
- Geen Europees label: je moet verwijzen naar private certificeringen zoals Demeter of Biodyvin.
- Methoden die soms als esoterisch worden beschouwd.
- Kan variëren afhankelijk van het oogstjaar.
3. Natuurlijke wijn
Natuurlijke wijn, of "vin nature", heeft momenteel geen wettelijke definitie op Europees niveau. Het wordt meestal gemaakt van biologisch geteelde of biodynamisch geproduceerde druiven, met weinig of geen input in de kelder (zoals microdoses sulfiet bij het bottelen).
Gemeenschappelijke kenmerken :
- Geen additieven, commerciële gist of uitgebreide filtering.
- Geen oenologische input, behalve af en toe een kleine toevoeging van zwavel.
- Minimale tussenkomst zodat de druiven en het terroir zich kunnen uiten.
Voordelen :
- Levendige, vrij stromende wijnen die vaak zeer onderscheidend en expressief zijn.
- Een ambachtelijke aanpak die steeds meer nieuwsgierige consumenten aantrekt.
Nadelen:
- Gebrek aan stabiliteit voor sommige wijnen.
- Atypische aroma's die niet bij iedereen in de smaak vallen (tonen van gist, "muis", reductie, enz.).
- Meer delicate bewaring → een wijnkelder wordt aanbevolen voor maximale stabiliteit.
Welk type wijn moet je kiezen?
De keuze hangt af van je waarden, je smaakpapillen en je nieuwsgierigheid:
- Ben je op zoek naar een respectvolle maar stabiele benadering? → Kies voor een gecertificeerde biologische wijn.
- Hou je van levendige terroirwijnen? → Probeer een biodynamische wijn.
- Ben je klaar om buiten de gebaande paden te denken? → Ontdek de wereld van natuurlijke wijn.
Wat je ook kiest, het belangrijkste is dat je je flessen goed bewaart. Wijnen zonder toegevoegde sulfieten of met weinig filtering zijn gevoeliger voor schommelingen in temperatuur en licht: een wijnkelder La Sommelière garandeert de ideale omstandigheden voor hun expressie en stabiliteit.